Antwoord
Het vieren van verjaardagen heeft geen oorsprong in de zuivere Shari’ah en is een innovatie in het geloof. De Profeet, salla Allahu alayhie wa salam heeft gezegd:
‘’Degene die iets nieuws toevoegt aan deze zaak van ons wat er niet in hoort, dat zal niet van hem worden geaccepteerd’’ (Al-Bukharie en Moslim).
In een andere versie staat nadrukkelijk:
“Wie een daad verricht die niet in overeenstemming met deze zaak van ons is, die zal niet van hem geaccepteerd worden’’
Het is bekend, dat de Profeet, salla Allahu alayhie wa salam, tijdens zijn leven zijn verjaardag nooit gevierd heeft en die ook nooit heeft aanbevolen. Hij heeft zijn metgezellen en rechtgeleide kaliefen ook nooit geleerd om het te vieren. Zijn metgezellen hebben nooit een verjaardag gevierd, terwijl zij de mensen zijn met de meeste kennis van zijn Soennah, de Boodschapper van Allah, salla Allahu alayhie wa salam, was bij hen het meest geliefd en zij waren het meest waakzaam in het volgen van zijn leiding.
Als het vieren van zijn verjaardag was toegestaan, dan hadden zij zich gehaast om dit te doen. Dit geldt ook voor de geleerden van de bevoordeelde generaties: zij hebben nooit een verjaardag gevierd noch hebben zij dit bevolen.
Door de hierboven genoemde redenen weet men dat het vieren van een verjaardag niet behoort tot de religie waarmee Allah, subhana wa ta’ala, Mohammed, salla Allahu alayhie wa salam, heeft gestuurd.
Wij vragen Allah en alle moslims te getuigen dat als de Profeet, salla Allahu alayhie wa salam, zijn verjaardag zou hebben gevierd, of hiertoe zou hebben bevolen, of zelfs als zijn metgezellen dit zouden hebben gedaan, dat wij ons zouden haasten om dit te vieren en anderen uit te nodigen om dit ook te doen. Want wij zijn – Allah zij geprezen – zeer waakzaam in het volgen van zijn Soennah en in het acht nemen van zijn bevelen en verboden.
{mosgoogle right}Sheikh Ibn Baaz
Bron: Antwoorden op vragen van de Moslimvrouw door Zijne Eminentie, Sheikh Abdul-Aziez ibn Abdillaah ibn Baaz, De Nobele geleerde, Sheikh Mohammed ibn Saalih Al’Uthaimien.