Volgens de evolutieleer is het allemaal begonnen met een levende cel die door toeval ontstaan is. Deze cel heeft zich steeds geëvolueerd tot een betere vorm. Door middel van mutaties zouden de dieren steeds veranderd zijn in een beter ontwikkeld dier. Laten we eens gaan kijken wat mutaties eigenlijk zijn. Een mutatie is iets wat een defect is. Het dier wat bijvoorbeeld een vijfde been heeft groeien, heeft hier alleen hinder van. In de natuur behoort zo een dier al gauw tot de zwakkeren die door deze mutatie zal sterven of door roofdieren opgegeten zal worden. Laten we eens gaan kijken wat de volgende geleerde hier over zegt:
“De mutaties zijn gering, willekeurig en schadelijk. Zij komen maar sporadisch voor en het beste is als zij geen effect hebben. Deze vier eigenschappen van mutaties houden in, dat mutaties niet naar een evolutionistische ontwikkeling kunnen leiden. Een willekeurige verandering in een hoog ontwikkeld organisme is of zonder effect of schadelijk. Een willekeurige verandering in een horloge kan het horloge niet verbeteren. Waarschijnlijk brengt het schade toe of heeft op zijn best geen effect. Een aardbeving verbetert de stad niet, het zorgt voor haar vernietiging.” (B.G. Ranganathan, Origins?, Pennsylvania: The banner of truth trust, 1988.)
De evolutionisten hebben verschillende pogingen gedaan om aan te tonen dat de dieren geleidelijk veranderd zijn maar kunnen hiervoor geen bewijzen vinden. Als we in het fossielenarchief zoeken naar de tussenvormen van dieren, bijvoorbeeld de vis die een landdier begint te worden, zijn deze niet te vinden. Er is bijvoorbeeld nooit een dier gevonden die half ontwikkelde poten heeft. Alle dieren die gevonden zijn, zijn volledig ontwikkeld op aarde verschenen. Dit kan dus niets anders betekenen dan dat ze door een alomvattende intelligentie geschapen zijn.
Als we bijvoorbeeld gaan kijken naar het schildpad, de mier, de bij, de libel, etc., dan zien wij dat ze er in het begin, miljoenen jaren geleden, er precies zo uitzagen als nu. Het schildpad dat al 175 miljoen jaar op deze planeet rondloopt, ziet er nu ook nog precies uit zoals toen. Kortom: schildpadden zijn altijd schildpadden geweest, vanaf het moment dat zij geschapen werden.