Islamitische geleerden in de middeleeuwen hielden zich niet alleen bezig met de “wetenschappen” wiskunde, astronomie en geneeskunde maar ook met technologische ontwikkelingen op het gebied van civiele techniek, werktuigbouwkunde, fijn mechanische techniek en mijnbouw.
Ze bouwden dammen en bruggen, legden geavanceerde irrigatiesystemen aan en ontwikkelden allerlei soorten werktuigen, machines, uurwerken en andere apparaten voor zowel praktische toepassingen als voor vermaak.
Machines waren vooral water hijsmachines waarmee water uit diepe putten omhoog gehijsd kon worden voor irrigatie of voor gebruik van de lokale bevolking. Hierbij werd vooral dierkracht, waterkracht of windkracht gebruikt. Water- en windkracht werd ook gebruikt voor molens.
Islamitische technologie bereikte zijn hoogtepunt vooral bij de fijn mechanische techniek. Fijn mechanische techniek is de soort techniek dat zich bezig houdt met delicate mechanismen en geavanceerde besturingen. In de middeleeuwen bestond deze categorie vooral uit klokken, truuk apparaten, automaten fonteinen en enkele andere apparaten.
Sommige van deze apparaten, zoals klokken bijvoorbeeld, dienden voor praktische toepassingen, terwijl andere puur voor amusement of voor sier waren ontworpen.
Ook op het gebied van fijne technologie bouwden Islamitische geleerden voort op de kennis dat beschikbaar was uit de klassieke oudheid. Zo werden het boek “Pneumatica” van Philo van Byzantium en de boeken “Pneumatica” en “Automata” vertaald naar het Arabisch. {mosgoogle left}Ook een boek met de titel “Over de constructie van waterklokken” dat toegeschreven wordt aan de beroemde wetenschapper Archimedes naar het Arabisch vertaald. Het kwam ook vaak voor dat Islamitische wetenschappers toevoegingen en verbeteringen maakten tot het originele werk. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat tegenwoordig van heel veel werken uit de klassieke oudheid alleen de Arabische vertaling bestaat.