De aanhangers van de evolutietheorie beweren dat alles ontstaan is door die ene cel die toevallig ontstaan is. Kijken we naar deze cel, dan zien we dat de cel van een ontzagwekkende complexiteit is. Net zo complex als ieder levend schepsel. Toch doen de evolutionisten hier heel makkelijk over en zeggen dat het begonnen is met een levende cel die zich vormde tot een klein levend dier. Gaandeweg ontwikkelde zich dat tot een steeds groter dier. Dit alles heeft geleid tot de evolutie zoals we die eerder beschreven hebben. Geleerden hebben aangetoond dat de waarschijnlijkheid van de spontane vorming van leven uit levensloze materie een getal is met 40.000 nullen daarachter. Met andere woorden een kans van 1 tegen 10 tot de 40.000ste. In de wiskunde wordt een kans die kleiner is dan 1 tegen 10 tot de 50ste statisch als nul beschouwd.

Veel evolutionistische wetenschappers hebben geprobeerd om een levende cel te produceren. Allah zegt hierover het volgende:

“Jullie mensen! Een vergelijking wordt voorgehouden. Luistert er dan naar. Zij die jullie in plaats van Allah aanroepen kunnen niet eens een vlieg scheppen al zouden zij daartoe aaneensluiten. En als een vlieg iets van hen weggrist kunnen zij het niet van hem terugpakken. Zwak is hij die het najaagt en dat wat nagejaagd wordt. Zij hebben Allah niet op de juiste waarde geschat. Allah is krachtig en machtig.” (Koran 23:73-74)

De volgende vergelijking in de vorm van een verhaal willen we jullie in dit context ook niet onthouden:

Op een dag zat in een verlaten land een klomp klei tussen twee rotsen geperst en wordt na de regen nat. De natte klei droogt en wordt hard als de zon opkomt en krijgt een harde, weerbare vorm. Daarna worden deze rotsen, die ook als een soort vorm functioneren, op de een of andere manier in stukken geslagen. Dan verschijnt er een nette, goedgevormde, sterk baksteen. Dit gaat zo door tot er honderden en duizenden van dit soort bakstenen op dezelfde plaats gevormd worden. En door het toeval wordt geen van de bakstenen die eerder gevormd zijn, beschadigd. Hoewel ze gedurende duizenden jaren blootstaan aan storm, regen, wind, blakerende zon en vrieskou, ontstaan er geen barsten in de bakstenen, noch breken ze of worden ze weggesleept, maar ze wachten daar op dezelfde plaats met hetzelfde doel als de andere bakstenen die gevormd worden.
Als er voldoende bakstenen zijn, dan richten zij een gebouw op door zich naast en op elkaar te stapelen door op een willekeurige manier heen en weer verplaatst te worden onder het effect van natuurlijke omstandigheden zoals wind, stormen of tornado’s. Ondertussen wordt er zoiets als cement of een aardemengsel gevormd onder natuurlijke omstandigheden om precies op tijd tussen de bakstenen te komen en ze aan elkaar te voegen. Terwijl dit allemaal gebeurt wordt er onder de aarde ijzererts gevormd onder ‘natuurlijke omstandigheden’ en dit vormt de fundamenten van een gebouw dat door deze bakstenen gevormd wordt. Aan het eind van het proces staat er een volledig gebouw met alles wat daarvoor nodig is, en met het timmerwerk en de installaties intact.

Natuurlijk bestaat een gebouw niet alleen uit een fundering, bakstenen en cement. Hoe worden dan de ontbrekende materialen verkregen? Het antwoord is eenvoudig; alle soorten materialen die voor de bouw van het gebouw nodig zijn, zijn in de aarde waarop het opgericht is, aanwezig. Silicium voor het glas, koper voor de elektrische kabels, ijzer voor de kolommen, balken, waterpijpen etc zijn allemaal overvloedig in de aarde aanwezig. Er is slechts de vaardigheid van de natuurlijke omstandigheden nodig om deze materialen om te vormen en ze in het gebouw te plaatsen. Alle installaties, al het timmerwerk en accessoires worden tussen de bakstenen geplaatst met behulp van blazende wind, regen en aardbevingen. Alles gaat zo goed, dat de bakstenen zich zodanig plaatsen, dat zij de nodige ruimte voor ramen overlaten, alsof zij wisten, dat iets wat glas genoemd wordt, zich later onder natuurlijke omstandigheden zou vormen. Verder zijn ze niet vergeten om wat ruimte open te laten voor de installatie van water, elektriciteit en verwarmingsinstallaties, die ook door het toeval gevormd worden. Alles is zo goed gegaan, dat de toevalligheden en de natuurlijke omstandigheden een perfect ontwerp hebben gemaakt.

Als u er nog steeds in geslaagd bent om dit verhaal tot dusver te blijven geloven, dan moet het voor u niet moeilijk zijn om zich te verbeelden hoe de andere gebouwen van de stad, de fabrieken, het wegennet, fundering, communicatie en transportsystemen tot stand zijn gekomen. Als u over technische kennis beschikt en vertrouwd bent met het onderwerp kunt u zelfs een bijzonder ‘wetenschappelijk’ boek van een aantal delen schrijven, waarin u uiteenzet hoe u theorieën over “het evolutionistische proces van een vuilverwerkingsysteem en zijn overeenkomst met de huidige structuren” eruit zien. U kunt dan zeker met een academische beloning vereerd worden voor uw verhelderende studie en u kunt zichzelf als een genie te beschouwen, die het licht over de mensheid verspreidt. (Harun Yahya, Het bedrog van de evolutieleer, blz. 112-115)

De evolutietheorie beweert, dat het leven door toeval tot stand is gekomen. Het is een bewering, die niet minder absurd is dan het verhaal van een baksteen tot een groot gebouw. {mosgoogle left}Want met al zijn operationele systemen, communicatiesystemen, transport en management, is een cel niet minder ingewikkeld dan een stad. Sterker nog: een mens is in staat een stad zoals deze na te maken maar het namaken van een levende cel is onmogelijk.