Alchemie in Europa


De ideeën van Alchemie over dood en hergeboorte waren voornamelijk populair tussen Sufi’s ( Moslims op het mystieke pad) en Kabbalisten ( volgelingen van het mystieke pad van het jodendom). Deze concepten vonden vruchtbare bodem vooral tussen Christenen door hun sterke geloof in de dood en terugkeer van Christus. De Bijbel zegt ‘’als een mens opnieuw wordt geboren, dan kan hij de koninkrijk van God niet zien’’.


Passages zoals dit werden inspiratie voor groepen zoals toegewijde Christelijke alchemisten die misschien het best vertegenwoordigt wordt door Nicolas Flamel, een schrijver en boekenverkoper die in de buurt van Parijs was geboren in 1330. Flamels werken weerspiegelden de symbolische traditie in alchemie, met nadruk op dier symbolen. Als voorbeeld, de vleugelloze draak, symboliseerde de vaste zwavel waar de gevleugelde draak actieve kwik symboliseerde. Flamel was het meest succesvol in het plaatsen van universeel kosmische symbolen die zich had verweven door het Islam, Hindoe Tantrisme en Taoïsme tot een Christelijke wereldvisie.

Vele Arabische alchemistische teksten werden vertaald naar het Latijn in de 12e eeuw en werden daarna ontwikkeld door Latijnse Christenen die geloven in de dood en terugkeer van Christus. De invloed van deze teksten was zichtbaar in de Renaissance Europa waar we vele beroemde alchemisten zien zoals Thomas Norton, Basil Valentine en Graaf Bernard van Treviso. Isaac Newton, refereerde in zijn wetenschappelijke geschriften, uitvoerig naar alchemie. Roger Bacon (1214-1294) en Albertus Magnus (1193-1280), wanneer ze schreven over de oorsprong van materie, gebruikten ze ook alchemistische verklaringen in hun wetenschappelijk theorieën. Bacon gebruikte ook een alchemistische recept voor het maken van buskruit.

Europese koningen en nobelen namen alchemisten in dienst aan het hof in een poging om hun bezit van goud te vergroten en hun leven te verlengen. Terwijl sommige alchemisten experimenten uitvoerden dat leidde tot moderne scheikunde, verloren veel van hen het hoofd toen ze faalden om de bergen van goud te produceren die hun werkgevers verwachtten. In feite, koning Frederick van Wurzburg had zelfs speciale galgen voor het ophangen van alchemisten.

Om duidelijke redenen vestigden alchemisten hun aandacht meer op het voorbereiden van geneesmiddelen voor hun bazen. Deze personen waren erg belangrijk in de ontwikkeling van de bouwstenen van het hedendaagse wetenschappelijke methode; dat is, het idee dat wetenschappelijk onderzoek gedaan moet worden door nauw gelet gecontroleerde experimentatie, observatie en geschreven notaties. Francis Bacon (1561-1626), die het verhaal over de wijngaard citeerde, is in het westen vaak bekend als degene die de wetenschappelijke methode heeft ontwikkeld. Terwijl hij een ijverige student was van Islamitische wetenschappelijke werken gedurende de jaren 1500, wanneer deze werken voor het eerst gedrukt werden en weid verspreid beschikbaar waren voor de denkers van Europa.

Vandaag werken, chemici in laboratoria die gevuld zijn met wetenschappelijke instrumenten ontwikkeld door hun voorgangers. Deze instrumenten dienen steeds als een gedeelte van de basisgereedschappen van de moderne wetenschappelijke laboratorium. {mosgoogle left}Alchemisten ontwikkelden methodes voor wetenschappelijk observatie, ontdekten nieuwe chemische stoffen en processen zoals het smelten van metalen en distillatie. De chemische feiten die ze ontdekt hadden in hun zoektocht naar de steen der filosofen vormde de basis voor de moderne scheikunde dat we vandaag bestuderen.